Zondagmorgen, koffie tuin en laptop. En stoeien met Wordpress om uiteindelijk deze site tot een…
Was wel een leuke paradox, voor een creatieve sessie met jonge mensen, een oud paard van stal halen. Dat paard had zes kleuren in dit geval. De zes denkhoeden van Edward de Bono. Deze techniek helpt om het complexe denkproces te structureren. De Bono noemt dat lateraal denken. Hij heeft deze techniek met succes toegepast tijdens de voorbereiding van de Olympische zomerspelen van Los Angeles. De eerste spelen die ook commercieel een groot succes werden. De welbekende Peter Ueberroth schreef dit succes uit 1984 (30 jaar alweer) toe aan De Bono. Welnu, wat goed is voor de spelen, is ook goed voor een brainstorm sessie hier bij Provincie Limburg. Ik heb zo’n 15 jaar geleden voor het laatst met deze techniek gewerkt. Destijds werkte het ook prima. Ik heb de oude liefde dus afgestoft en weer toegepast. Petjes aangeschaft en de techniek nog eens bestudeerd. En het smaakte wederom naar meer. Ik ga deze techniek dus vaker toepassen tijdens sessies.
Lateraal denken.
Lateraal denken is een manier om de complexiteit te versimpelen. Dat doen we door het denkproces te fileren in zes aparte fasen. Door iedere fase apart te benoemen nodigt dat de deelnemers uit (of liever: dwingt) om alleen vanuit dat ene perspectief te denken en op elkaar te reageren. De beschrijving van de afzonderlijke hoeden maakt direct duidelijk hoe het denkproces wordt ondersteund door de diverse fasen.
De hoeden.
De rode hoed: staat voor emoties, gevoelens, ingevingen, intuïtie en spontaniteit.
De zwarte hoed staat voor kritiek, analyse, negativiteit, oordelen en zwart kijken.
De gele hoed staat voor positiviteit, constructiviteit, voordelen, kansen en optimisme.
De groene hoed staat voor creativiteit, alternatieven, provocatie, energie, en verandering.
De witte hoed staat voor feiten, cijfers, informatie, objectiviteit en neutraliteit.
De blauwe hoed tenslotte staat voor overzicht, controle, afstandelijkheid
Petje op
De structurering werkt het beste als iedereen tijdens een bepaalde fase een hoed van de betreffende kleur ook opzet. Dat herinnert voortdurend aan de kleur van denken. In grote groepen is dart natuurlijk best kostbaar. Ik kies ervoor om op een flap duidelijk aan te geven in welke kleurfase we zitten en zet dan zelf een petje op van die kleur. Indien iemand een opmerking maakt die niet past in de fase is het wijzen naar de pet vaak voldoende om de opmerking even te parkeren voor een andere fase. Hiervoor kan een parkeerflap goed dienst doen, omdat de opmerking dan niet verloren gaat. In een creatief proces is iedere opmerkingen immers van grote waarde.
‘Ja maar’ krijgt een plek
De hoeden werken niet alleen structurerend, het werkt ook bevorderend voor het creatieve proces. Oordeelsvorming en ‘ja maar’ kunnen door de techniek worden gebundeld in een aparte fase, waardoor het niet meer verstorend werkt. En zoals boven omschreven komt iedereen vanuit zijn persoonlijke voorkeur ruimschoots aan bod. Kritiek wordt zo bijvoorbeeld niet meer gezien als tegenwerken, maar als een heel natuurlijk iets in het denkproces. Groen denken wordt door de fasering van zijn zweverigheid ontdaan.
Meer informatie over de zes denkhoeden verder op Internet of in het boek van De Bono: De zes denkhoeden (ISBN13 > 9789047004097)