Zondagmorgen, koffie tuin en laptop. En stoeien met Wordpress om uiteindelijk deze site tot een…
Tien jaar geleden reisden we, samen met de kinderen, voor het eerst naar Turkije. En ook voor het laatst, zeiden we toen na afloop. Op zich was ons resort, all inclusive uiteraard, mooi. Het weer was ook prima. Maar de lange rijen in het eten spittende mensen, de vervelende luidruchtige gasten, de handdoekjes op de ligbedjes om het bezit te markeren, het management dat zich bediende van een soort maffiose drill, de angst van het personeel om in contact te komen met de gasten en de blonde voortdurend bellende huppelkutjes rondom ‘het management’ hadden een vreemde impact op ons vakantiegevoel. Dat we bij de terugreis 8 uur gevangen zaten in de snikhete luchthaven (achter de douane) was de druppel die de emmer deed overlopen. Nooit meer Turkije!
Onlangs zijn Lief et moi toch maar weer eens terug gegaan naar Turkije. Tijd heelt alle wonden en de prijs/kwaliteit vooruitzichten deden de rest. Dit keer hadden we ons erop ingesteld. Vadsige mensen, overladen met tattoo’s, de hele dag zuipend, vretend en zwetend genieten van hun vakantie. De handdoekjes cultuur waardoor ligbedjes een hele dag verder onaangeroerd blijven en de ‘eigenaar’ zich om een uur of vier ’s middags meldt in het zwembad. De polsbandjes die een soort ‘license to vreet’ zijn en de drager ervan ontslaat van alle fatsoensnormen die buiten het resort nog wel gelden. De harde beats en über blije annimatieteams. Personeel dat gelaten het plebs bediend. Dat waren zo de beelden die we hadden voordat we voet in het vliegtuig van het inmiddels bekende duo Cor en Don zetten.
En verdomd. Alle vooroordelen werden bijna geheel passend ingekleurd. Bijna dus. Ik heb nog nooit zo’n gastvrij personeel zo hard zien werken om het hun gasten naar de zin te maken. En die gasten behandelen dat personeel vervolgens als hun lijfeigene. Geen of nauwelijks complimenteuze woorden, geen bedankjes, nauwelijks contact. Althans het is me niet opgevallen. Wij doen dat wel, gewoon omdat we zo zijn opgevoed, en dat merk je. Het personeel reageert bijna verbaasd op de complimenten. De pizzabakker maakt een ‘special for you pizza’, de ommeletbakker groet vriendelijk gudmurning en vraagt hoe ik het ontbijt vandaag graag zou willen eten, de afruimers blijken ook obers en de wijn wordt vriendelijk lachend geserveerd. Een paar euro fooi doen de rest. We zijn behandeld als koningen. Ook de mensen van het onderhoud en de technici blijken heel vrolijk in hun werk te zitten. Het zwemwater wordt iedere dag vroeg in de ochtend gecontroleerd op samenstelling. Alleen de kwaliteitscontroleurs (en dat zijn er nogal wat) doen nors en stuurs hun werk.
De week in het resort (wij noemen dat het energie oplaadstation) ligt, als ik dit schrijf, alweer enige weken achter ons. Maar de gedachten gaan regelmatig terug. Naar die hardwerkende mensen die ondanks de hitte cool blijven en leven van het toerisme. Ze zijn zich daarvan maar al te goed bewust. Dag in dag uit. Nog net niet het knipmes voor de gasten. Mijn respect voor de werknemers in de toeristenindustrie is er alleen maar groter op geworden. Over de gasten schrijf ik liever geen blog. Die zou ik willen adviseren. Geef eens wat vaker een compliment en ervaar welke positieve kracht daarvan uitgaat.